ze zit vlak naast me maar toch is ze niet hier.
en ookal lacht ze naar me, het is niet met plezier.
haar blik ontwijkt me als ik vraag wat er is, voel de pijn van
de leugen, ze zegt er is niets meer.
ze doet de tv aan en we staren naar het beeld, er is geen bal
vanavond, ze zegt dat ze zich kwazend verveelt.
nou, dan gaan we naar de film, zeg ik, of zomaar ergens naartoe.
zij zucht; liever niet vanavond, ik ben een beetje moe.
het is over, ik wou er niet aan geloven
ik lees het in haar ogen ongelogen het is voorbij.
oh het is over nou kon ik het maar geloven nou
kom nou maar eindelijk tot inkeer, het heeft geen enkele zin meer.
het is zo simpel want zij houd gewoon niet meer van mij.
is het echt over? mijn hart gelooft er nog niet in. is dit toch
niet het einde maar een nieuw begin?
o waar ben ik nou mee bezig, waarvoor ben ik nou nog bang? waaruit
komt die angst voort? ach het antwoord weet ik al zo lang
o het is over, ik wou er niet aan geloven. ik lees het in haar ogen,
ongelogen het is voorbij.
o het is over nou kon ik het toch maar geloven nou.
kom nou maar eindelijk tot inkeer, het heeft geen enkele zin meer.
het is zo simpel want zij, houd gewoon niet meer van mij.
is het over nou?
is het over nou?
is het over nou?
oh het is over, ik wou er niet aan geloven. ik lees het in haar
ogen ongelogen het is voorbij.
oh het is over nou ik wou er niet aan geloven nou.
kom nou maar eindelijk to inkeer,
het heeft geen enkele zin meer.
het is zo simpel want zij houd gewoon niet mij.
van mij van mij van mij
zij houd niet meer van mij
zij houd niet meer van mij
zij houd niet meer van mij
zij houd niet meer van mij
zij houd niet meer van mij
zij houd niet meer van mij
zij houd niet meer van mij
zij houd niet meer van mij